De vrouwelijke voetballers van VfL Wolfsburg hebben zich, na Barcelona en Arsenal, als derde team gekwalificeerd voor de halve finales van de Champions League. De club, die het toernooi al twee keer eerder won en met de Nederlandse speelsters Dominique Janssen, Lynn Wilms en Jill Roord in de basisopstelling, speelde thuis met 1-1 gelijk tegen Paris Saint-Germain. Dit was voldoende na de 1-0 overwinning in Parijs een week eerder.
Lieke Martens was vorige week afwezig bij PSG, toen Janssen in Parijs de winnende goal scoorde voor de Duitse kampioen. In Wolfsburg liet ze zich echter al snel zien. Ze kopte de bal terug naar Laurina Fazer, die niet zorgvuldig genoeg met de kans omging. Kadidiatou Diani deed het in de elfde minuut beter, maar stond net buitenspel.
De Franse ploeg liet duidelijk merken dat ze de opgelopen schade in eigen huis snel wilden herstellen, maar na balverlies op het middenveld werd de situatie alleen maar erger. Alexandra Popp onderschepte een pass van Sandy Baltimore, kreeg de bal net buiten het strafschopgebied terug en verraste met een schot dat over de 1,75 meter lange keeper Sarah Bouhaddi het doel in vloog: 1-0.
Rond het halfuur kopte Popp na een duikvlucht recht op Bouhaddi af, waarna aan de andere kant Diani, die sterker was dan Janssen in de lucht, wel met het hoofd scoorde: 1-1. De gevaarlijkste aanvalster van PSG, die zonder de geblesseerde Jackie Groenen speelde, liep nog voor rust een schouderblessure op, waardoor verder spelen onmogelijk werd.
De tweede helft begon stormachtig met kansen voor beide teams. Het hoogtepunt was de open kans van dichtbij voor Popp, die dacht al te hebben gescoord, maar de paal raakte. Daarna dook ook Roord vrij voor Bouhaddi op, maar schoot tegen de Française aan.
Lena Oberdorf kopte na een hoekschop tegen de Franse lat, terwijl een voorzet van Sveindis Jane Jonsdottir op de lat belandde. Paris Saint-Germain probeerde ondertussen nog van alles, maar zonder het gewenste resultaat.