Real Madrid heeft voor de twintigste keer de Spaanse beker gewonnen door met 2-1 te winnen van Osasuna. De underdog, momenteel tiende in La Liga, bood dapper tegenstand, maar kon uiteindelijk niet op tegen het sterrenensemble uit Madrid. Rodrygo was de grote man met twee doelpunten.
Osasuna bereikte slechts één keer eerder de finale van de Spaanse beker, in 2005, toen het verloor van Real Betis. Ook dit keer leek een overwinning een grote uitdaging, zoals coach Jagoba Arrasate voorafgaand aan de wedstrijd al aangaf.
Arrasate zag zijn ploeg al binnen twee minuten op achterstand komen, toen Real-aanvaller Vinícius Júnior een mooie solo inzette en Rodrygo vond, die koelbloedig scoorde. Real Madrid domineerde vervolgens het spel en kreeg verschillende kansen, maar Osasuna vocht voor iedere meter en was zelfs dicht bij de gelijkmaker na een half uur spelen.
Abde Ezzalzouli leek Thibaut Courtois te passeren met een lobje, maar Daniel Carvajal haalde de bal van de lijn. Real bleef gevaarlijk, met onder andere een vrije trap van David Alaba die op de lat uiteenspatte en een kans voor Vinicius.
Na rust kwam Real Madrid minder sterk uit de kleedkamer en Osasuna drong steeds meer aan. Na een uur spelen kwamen ze zelfs op gelijke hoogte door een doelpunt van middenvelder Lucas Torró. De wedstrijd moest even stilgelegd worden door een klein brandje op de tribune, veroorzaakt door vuurwerk, maar kon na het blussen hervat worden.
Rodrygo beslist de wedstrijd
Osasuna kon echter niet doordrukken en Real Madrid nam weer het initiatief. Twintig minuten voor tijd scoorde Rodrygo opnieuw, dit keer na een gekraakt schot van Tony Kroos. De Madrilenen gaven daarna weinig ruimte meer weg en Osasuna kon geen verlenging afdwingen.
Zo wint Real Madrid voor de twintigste keer de Spaanse beker en blijft Osasuna achter met lege handen. Desondanks kan de ploeg uit Pamplona trots zijn op hun prestatie en de strijd die ze hebben geleverd tegen het sterrenensemble uit Madrid.